Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Nederlanden

betekenis & definitie

(‘ne:dər) mv. [lage landen aan de zee] Eert. Nederland en België samen. Gez.

De Spaanse, later de Oostenrijkse -, zuidelijke Nederlandse gewesten die onder het gezag van de koning van Spanje en later onder dat van Oostenrijk bleven, van 1648 tot het einde der XVIIIde eeuw; Koninkrijk der -. Nederland sinds 1815; Verenigde -, republiek der noordelijke Nederlandse gewesten van 1648 tot 1795 of koninkrijk omvattend Nederland en België 1815-830.I. AARDRIJKSKUNDIG

Zie België en Nederland.

II. GESCHIEDKUNDIG

1. Oudheid. De vóórhistorische half-Mongoolse holenbewoners van onze streken werden door de Kelten overwonnen, die op hun beurt voor de uit het noordoosten aanrukkende Germanen moesten onderdoen. Dezen werden door CAESAR, die ze als de dapperste onder de bewoners van Groot-Gallië roemt, na langdurige tegenstand aan het Romeinse Rijk 53 v. K. onderworpen.
2. Middeleeuwen. Tijdens de Volksverhuizing bezetten de Franken onze streken, waar het geloof door heilige predikers vooral in de VIIde eeuw (Heiligeneeuw) werd verkondigd. Bij het Verdrag van Verdun (843), dat het Frankenrijk verdeelde, kwamen de Nederlanden aan LOTHARIUS I, en na diens dood aan LOTHARIUS II (Lotharingen), behalve Vlaanderen, dat sinds 843 bij Frankrijk behoorde. In 879 voegde het tweede Verdrag van Verdun geheel Lotharingen bij Duitsland. In 959 werd dit hertogdom verdeeld in Opper-Lotharingen en in Neder-Lotharingen, dat onze streken omvatte. Van de IXde tot de XIIde eeuw vormden zich in Neder-Lotharingen een menigte leenstaten, waarvan Brabant, Henegouwen, Namen, Luik, Luxemburg, Limburg, Loon, Zeeland, Holland, Utrecht, Gelderland, Overijsel, Drente en Friesland de voornaamste waren. Op het einde van de XIVde eeuw kwamen de meeste daarvan, evenals Vlaanderen, aan het Boergondische Huis, en door het huwelijk van MARIA VAN BOERGONDIË met MAXIMILIAAN, op het einde van de xvde eeuw aan de Habsburgers.
3. Nieuwe Tijd. Keizer KAREL V voltooide de vereniging van de Nederlanden door de aanwerving van Friesland, Utrecht, Overijsel, Drente, Groningen en Gelderland, en maakte 1548 de Zeventien Verenigde Provinciën als Boergondische Kreis tot een afzonderlijk deel van het Duitse Rijk, waarvan zij 1555 door Karels troonsafstand aan zijn zoon FILIPS II, voorgoed werden gescheiden om aan Spanje te komen. FILIPS’ landvoogd ALVA verwekte door zijn geweldenarijen de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), die prins WILLEM I van Oranje ter bevrijding van de Spaanse heerschappij aanving. In 1579 sloten de zeven noordelijke provincies de Unie van Utrecht, waarbij later ook de Vlaamse provincies zich voegden, die echter 1585 door FARNESE werden heroverd. De noordelijke Nederlanden werden bij het Twaalfjarig Bestand (godsdiensttwisten tussen remonstranten en contraremonstranten) 1609 stilzwijgend door Spanje erkend. Intussen hadden de zuidelijke Nederlanden onder ALBRECHT en ISABELLA (1598-1621) een zelfstandig rijk gevormd. Na ALBRECHT’S dood kwamen zij aan Spanje terug en verloren alle onafhankelijkheid. Spanje bestuurde het land van uit Madrid en had in het Noorden Spaanse goeverneurs, die niets deden ten voordele der bewoners. De noordelijke Nederlanden stichtten 1602 de Nederlandse Oostindische Kompagnie die Java, de Molukken, Ceylon en Malaka veroverde, nederzettingen vestigde op het Chinese eiland Formosa en het Japanse eiland Decima. Nieuw-Holland (Australië), van Diemensland (Tasmanië) en Nieuw-Zeeland ontdekte en de Kaapkolonie stichtte, terwijl de Nederlandse Westindische Kompagnie West-Indië. Brazilië. Nieuw-Nederland met Nieuw-Amsterdam (New York) bemachtigde. In de XVIIde of Gouden eeuw, vooral onder FREDERIK HENDRIK (1625-1647), was de Republiek der Verenigde Nederlanden de eerste zee- en handelsmacht (Amsterdamse Bank) en bereikte op het gebied van kunst en wetenschappen een hoge bloei. Aan haar hoofd stonden de vertegenwoordigers van de zeven provinciën (Staten-Generaal). Ieder provincie werd bestuurd door de Gewestelijke Staten, waarvan de raadpensionaris voorzitter was, terwijl het uitvoerend gezag bij de stadhouder berustte. Onder de raadpensionarissen en stadhouders waren die van Holland de voornaamste. Na de Dertigjarige Oorlog werd. bij de Vrede van Münster, 1648 de onafhankelijkheid van de Republiek der Verenigde Nederlanden ook door Spanje erkend en tevens de Schelde voor de zuidelijke Nederlanden gesloten. Tijdens het Eerste Stadhouderloos Tijdvak 1060-1672 leidde de raadpensionaris JAN DE WITT het bewind. Hij voerde de twee eerste Engelse Oorlogen en maakte een einde aan de Devolutieoorlog, waardoor koning LODEWIJK XIV van Frankrijk twaalf steden in de zuidelijke Nederlanden verkreeg. Toen in de Hollandse Oorlog (1672-1678) de Fransen de helft van de Republiek hadden vermeesterd, werd prins WILLEM III 1672 tot stadhouder uitgeroepen. Hij deed de Fransen het land ontruimen en streed, ook als koning van Engeland, voor het staatkundig evenwicht en de godsdienstvrijheid in Europa. Het Tweede Stadhouderloos Tijdvak 1702-1747 was een periode van achteruitgang, niettegenstaande de bekwame leiding van de raadpensionaris HEINSIUS (1689-1720). Bij de Vrede van Utrecht 1713, die een einde maakte aan de Spaanse Erfopvolgingsoorlog, kwamen de zuidelijke Nederlanden aan Oostenrijk en 1715, door het oprichten van de Barrière, onder de militaire voogdij der Republiek. De Oostenrijkse Nederlanden werden te Wenen beschouwd en bestuurd als een wingewest dat men herhaaldelijk tegen Beieren poogde in te ruilen of aan Frankrijk over te dragen. Niettegenstaande die centralizering, was de regering van MARIA TERESIA een periode van vrede en rust. Tijdens de Oostenrijkse Erfopvolgingsoorlog veroverden de Fransen de zuidelijke Nederlanden en belegerden 1747 Sluis, wat de verheffing van prins WILLEM IV tot erfstadhouder ten gevolge had. Veel verwachtte men van hem, doch hij miste de wilskracht om de nodige hervormingen in te voeren. Zijn opvolger WILLEM V (1751-1795) verbond zich aan BRUNSWIJK, voerde de ongelukkige 4de Engelse Oorlog, ontkwam aan een dreigende krijg met keizer JOZEF II, maar kon de twisten in de Patriottentijd niet beslechten. Tegen JOZEF II brak ook 1789 in de zuidelijke Nederlanden een opstand uit (Patriottentijd). Deze verklaarden zich 1790 onafhankelijk als Verenigde Belgische Staten, maar werden nog hetzelfde jaar weder aan Oostenrijk onderworpen.
4. Nieuwste Tijd. Deze begint met de vermeestering door de Fransen. In de Eerste Koalitieoorlog bezetten de Fransen 1794 de Zuidelijke Nederlanden, die 1797 met Frankrijk werden verenigd (Boerenkrijg), en rukten nog hetzelfde jaar 1794 de Republiek der Verenigde Nederlanden binnen. Deze werd, na de vlucht van WILLEM V naar Engeland, in de Bataafse Republiek veranderd, en verloor haar kolonies aan dat land. In 1806 herschiep NAPOLEON de republiek in het Koninkrijk Holland onder zijn broeder LODEWIJK NAPOLEON, vernietigde door het kontinentaal stelsel handel en welvaart en lijfde 1810 het land bij Frankrijk in onder de goeverneur LEBRUN. Toen in de 6de Koalitieoorlog NAPOLEON in de Volkenslag bij Leipzig 1818 werd verslagen, schudden de Hollanders het Franse juk af. HOGENDORP, VAN LIMBURG STIRUM enz. plaatsten zich aan het hoofd van de vrijheidsbeweging en 2 dec. werd het land onafhankelijk verklaard. Bij de Vrede van Parijs 1814 kregen de Hollanders van Engeland hun kolonies, behalve de Kaap terug, en het Wener Kongres verenigde 1815 Zuid en Noord tot het Koninkrijk der Nederlanden, waarvan WILLEM I 10 maart tot koning werd verheven. Dit nieuwe koninkrijk kwam weldra tot bloei, doch de staatkundige en godsdienstige grieven van de Zuidnederlanders leidden 1830 tot de Belgische Opstand die → België van → Nederland losrukte.

< >