(na:lt) v. (-en; -je)
I. Eig. metalen stift om mede te naaien, met aan het ene uiteinde een scherpe punt en aan het andere een oog, waardoor een draad wordt gestoken: een draad in een steken; met de werken, omgaan; borduur-, brei-, pak-, rijg-, stopnaald; een brief -en; - en draad nemen; zo scherp als een -; woorden, scherp en vlijmend als -en.
Gez. de in het spek steken [eig. van schoenmakers], ophouden met werken; een in een hooimijt zoeken, een dwaas werk doen; heet van de -, terstond, onmiddellijk daarop; met de hete naaien, werken, zeer haastig; van de tot de draad iets vertellen, van 't begin tot het einde. ➝ oog. II. Metf.
1. Algm. naaldvormig of spits toelopend voorwerp.
2. Inz. a. lang puntig metalen staafje in het haar: (haar)met versierde kop.
b. puntige staaf om te etsen: etsnaald; droge -, droog vervaardigde ets zonder gebruikmaking van inbijtende zuren.
c. wijzer van een kompas: de wijkt te veel af.
d. naaldvormig blad der pijnbomen: de -en van een ➝ dennetak; een donkere weg, glad van -en.
e. naaldvormig kristal.
f. lijst aan een van twee dubbele deuren of ramen waartegen de andere aanslaat.
g. piramide: Memphis' -en.
h. torenspits: een kerk met slanke -en.
i. spitse zuil, obelisk: gedenk-, grafnaald; de -en van Kleopatra zijn twee obelisken, waarvan zich de ene te Londen en de andere te New York bevindt.