Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

naakt

betekenis & definitie

(na:kt)

I. bn. en bw. (-er, -st)
1. geheel onbedekt, ongekleed: van lichaam; gaan, lopen; spier-; iemand uitkleden, uitschudden, hem van alles beroven; - en bloot, arm en behoeftig. Syn. ➝ bloot.
2. zonder middelen van bestaan: een -e vrijer.
3. zonder huisje of schelp: -e slakken.
4. zonder plantengroei: -e rotsen, velden.
5. zonder bladeren: -e bomen.
6. zonder kelk➝ en bloemkroonbladeren: een -e bloem.
7. onversierd: -e wanden.
8. zonder schede; een -e degen.
9. geheel zichtbaar, blijkend: de -e waarheid.

II. o. (-en) Kunst.

1. Eig. naakt lichaam, naakt model: naar hettekenen.
2. Metn. schilderij van een naakte figuur.

< >