Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

mug

betekenis & definitie

(much) v. (-gen; -je) [klnb.]

1. Eig. slank langpotig en dunsprietig tweevleugelig insekt (Culex pipiens) : de -gen dansen en gonzen in de lucht; door een gestoken worden; -gen vangen; de is een klein en nietig diertje; de baby drukte met de kracht van een op de knop; de Haarlemmers worden -gen genoemd. Gez. de die om de kaars zweeft, *t is wonder zo die lang leeft, wie zich lichtzinnig aan een verleiding blootstelt. zal bezwijken; de uitzijgen. Sprkt. uitzuigen, en de kemel doorzwelgen, inslikken, verslinden, verzwelgen (MATTH. xm, 24], vitten op het kleine, en grote bezwaren veronachtzamen; de vliegt al om de kaars, hij staat op het punt erin te vliegen, gevat te worden; van een een olifant maken, een zaak schromelijk overdrijven.
2. Metf. Scheldn. iemand van weinig kracht of talent.

< >