(monte'ne:gro) [It. zwarte bergen] een der 6 landen waaruit Joegoslavië bestaat.
Geschiedenis. Montenegro werd in de VIIde eeuw door Serviërs bezet en vormde een vorstendom, afhankelijk van het Servische Rijk. In het begin der XVIde eeuw werd de bisschop van Tsettienje met de regering belast. Sinds 1530 moest Montenegro aan Turkije schatting betalen, maar bleef in het binnenland zelfstandig. DANILO veranderde 1852 het geestelijk vorstendom →in een wereldlijk en erfelijk. Na zijn vermoording 1860 werd zijn neef NIKLAAS vorst.
Deze nam deel aan de Russisch-Turkse Oorlog en verkreeg bij het Kongres van Berlijn 1878 gebiedsuitbreiding, toegang tot de zee en de onafhankelijkheid. In 1910 werd het koninkrijk, 1912 begon het de Balkanoorlogen en breidde zijn gebied uit in Noord-Albanië. Tijdens de Eerste Wereldoorlog stond het aan de zijde van Servië, en werd door de Centralen bezet. In 1918 verklaarde het zich voor vereniging met Joegoslavië. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verklaarde het zich 1941 onafhankelijk. Sedert 1945 is het weer een deel van Joegoslavië.
