Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

modern

betekenis & definitie

(mo'dern) bn. en bw. (-er, -st) [Fr. < Lat. modernus < Lat. modo, op deze tijd]

1. van, eigen aan, in, uit, volgens, behorend tot de nieuwere tijd: de oude en de -e tijden; het antieke en het -e; de klassieke en de -e schrijvers; -e kunst; -e talen, Duits, Engels, Frans.
2. hedendaags: de -e vooruitgang; -e jongelui met -e begrippen; de -e staat; gekleed; spreken. 3. Prot. niet streng, nieuwerwets, vrij, niet-ortodox: de -e teologanten, dominees.

moderne (mo'dernә) m. en v. (-n) modern (3) persoon.

< >