(mïkros'ko:p) m. (...kopen) [Gr. skopein, beschouwen] toestel om een voorwerp sterk te vergroten, bestaande uit een buis en twee lenzen nl. objektief en oculair : Z. Jansen zou, volgens sommigen, de uitvinder zijn van samengestelde ...kopen.
Enc. De mikroskoop bestaat uit twee konvergerende lenzen, een kleine, het objektief of voorwerpglas, en een grotere, het oculair of oogglas.
Het voorwerp wordt zo geplaatst dat een vergroot reëel beeld in wordt gevormd. Dit beeld wordt vervolgens door het okulair als door een loep beschouwd, zodat het beeld in nog vergroot is.