('middəl) v. (-en)
1. Eig. deel der hand tussen de vingerleden én de handwortel: de -en van de ➝ arm bij de mens, van een ➝ vogel.
2. Metf. speelbeurt, niet eerst en niet het laatst : op de zitten.
Gepubliceerd op 12-02-2020
betekenis & definitie
('middəl) v. (-en)
1. Eig. deel der hand tussen de vingerleden én de handwortel: de -en van de ➝ arm bij de mens, van een ➝ vogel.
2. Metf. speelbeurt, niet eerst en niet het laatst : op de zitten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: