(me'tal) m. (-s) gevoelige termometer berustend op de ongelijke uitzetting van metalen.
Enc. De metaaltermometer bestaat uit een reep zink en een reep koper die aan elkander zijn geklonken tot een rechte staaf welke van onderen vast en van boven draaibaar is. Wanneer de temperatuur stijgt, zet het zink zich meer uit dan het koper en de staaf trekt krom met het zink aan de bolle zijde; daalt de temperatuur, dan krimpt het zink meer in dan het koper en de staaf trekt krom met het koper aan de holle zijde. De schaalverdeling wordt met behulp van een kwiktermometer aangebracht.