('mensən) o. (-sen) een der grote hoofdgroepen waarin men de mensen naar biezondere karakteristieke kenmerken verdeelt.
Enc. Mensenras is een antropologisch begrip. Men verstaat daaronder een mensengroep met bepaalde lichamelijke en geestelijke eigenschappen waardoor zij zich van alle andere groepen onderscheidt. Onder de lichamelijke eigenschappen worden vooral genoemd : de afmetingen van de schedel en het aangezicht, neusvorm, lichaamslengte, schouderbreedte, vorm van het haar, kleur van huid, oog en haar. Het systeem van BLUMENBACH, die 1795 de mensen in vijf hoofdrassen verdeelde, wordt thans niet meer aangenomen. Men kan op dit ogenblik nog geen algemeen aanvaarbare indeling der rassen opstellen omdat de meningen van de antropologen op vele punten uiteenlopen. Scherpe grenzen zijn tussen de gebieden, waar verschillende rassen wonen, niet te trekken, omdat rasvermenging overal voorkomt.
MENSENRASSEN miljoen
1. Blanke hoofdras 875
Noordse ras 330 Alpine ras 80 Mediterrane ras 275 Dinarische ras 80 Oriëntale ras 80 Indische ras 30
2. Gele hoofdras 835
Mongoolse ras 710 Maleise ras 80 Indiaanse ras 45
3. Zwarte hoofdras 325
Negers 120 Dravida’s 200 Papoea-Melanesische ras 1.8
4. Primitieve rassen duizend
Hottentotten en Bosjesmannen 90 Australiërs 80 Pigmeeën 50 Eskimo’s 35 Negrito’s 25 Aino’s 18 Vedda’s 5 .
