Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

mees (dierenrijk)

betekenis & definitie

(me:s) v. (mezen; -je) blauw, grijs geel en zwart gespikkeld, kegelsnavelig (→ snavel) zangvogeltje, dat in boomholten nestelt en insekten eet (Parus) : bij ons komen zeven soorten van mezen voor nl. de gele → koolmees, die het meest bekend is, de baardmees, het blauwmeesje of de pimpel(mees), de kuifmees, de staartmees, de zwarte mees en de zwartkopmees; zich verblijden met een dode -, met iets dat niets betekent.

< >