Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

meerderheid

betekenis & definitie

(,me:rdərheit) v. (...heden)

I. [→ meerder 1]
1. Eig. groter aantal, grootste gedeelte: de beslist; de van het volk; iets bij van stemmen besluiten. Gez, betrekkelijke -, wanneer een groter aantal stemmen op een persoon zijn uitgebracht dan op een ander, maar minder dan de helft : absolute, volstrekte -, meer dan de helft der stemmen; met grote, verpletterende -, zo dat de minderheid niet meer in aanmerking komt.
2. Metn. partij die de meerderheid van stemmen uitbrengt : een overstemmen van de minderheid door de -.

II. [→ meerder 2] overwicht in gezag, macht, stand, rang, verstand enz. : overtuigd van zijn -; zijn eigen gewis ; een gevoel van -. Tgst. minderheid.

< >