Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Maximiliaan (keizer)

betekenis & definitie

(maksimili'a:n) Duitse keizers :

I. 1493-1519, ° 1459, zoon van Frederik III, verkreeg door zijn huwelijk (1477) met Maria, dochter van Karel de (Stoute van Boergondië, de Boergondische landen (Nederlanden, Franche Comté, hertogdom Boergondië) en handhaafde die tegen Lodewijk XI van Frankrijk, moest echter na de dood van zijn gemalin 1482, bij het huwelijk van zijn dochter Margareta met de dauphin (later Karel VIII), Artois en Boergondië als bruidschat afstaan. Artois kreeg hij, na de terugzending van Margareta door Karel VIII, bij de Vrede van Senlis 1493 terug. Als regent der Nederlanden (1482-1493) voor zijn zoon Filips de Schone, had hij veel te strijden tegen zijn oproerige onderdanen; zelfs lokten hem 1488 de Bruggelingen binnen hun wallen en hielden hem drie maanden gevangen, totdat hij door een krijgstocht van zijn vader werd verlost. Door het huwelijk van zijn zoon Filips de Schone met Joanna de Waanzinnige, bereidde hij de aanwerving van Spanje, door dat van zijn kleinzoon Ferdinand met Anna, de aanwerving van Hongarije en Bohemen voor. Ongelukkig was zijn oorlog tegen de Zwitsers, die zich 1499 volkomen onafhankelijk maakten. In 1508 sloot hij zich aan bij de Kamerijker Liga tegen de Venetianen, die hem beletten zich te Rome tot keizer te laten kronen, en nam sindsdien de titel van „Verkozen Keizer” aan. Hij was een groot minnaar van kunsten (Dürer, die zijn portret schilderde) en wetenschappen (Peutinger). In de Hofkerk te Innsbruck staat zijn praalgraf.

II. 1564-1576, 1562 koning van Bohemen, 1563 van Hongarije, helde tot het protestantisme over.

< >