Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Matthias

betekenis & definitie

I. (mat'ti:as) (H.) een der 72 leerlingen van Jezus, werd in de plaats van Judas tot apostel gekozen en gekruisigd te Jeruzalem; feest 24 febr. Als mansnaam ook : Mathies, Mat(t)hijs.

Mat, Thijs.II. (mat'ti:as) Duits keizer 1612-1619. ° 1557 te Wenen, werd uit naijver op prins Willem van Oranje, door Aerschot naar de Nederlanden geroepen en 1577 door de Algemene Staten als landvoogd erkend, moest echter, wegens gebrek aan steun, 1582 aftreden ; nam zijn broeder Rudolf II 1608 Oostenrijk, Hongarije en Moravië, 1611 Bohemen af, ✝ 1619 te Wenen. Onder hem begon de Dertigjarige Oorlog.

< >