(ma'rinə) v. [Fr. < Lat. marinus, van, betreffende de zee]
I. Eig.
1. zeemacht, 's lands vloot : de Nederlandse -.
2. Uitbr. zeewezen.
II. Metn.
1 beheer daarvan : departement van -.
2. departement, van marine : krisis aan -.
3. schilderij dat een zeegezicht voorstelt, zeestuk.