(manu'a.’l) o. (...nualen) [Lat. manuale < manus, hand]
1. Veroud. journaal dat men altijd bij de hand heeft.
2. Tgw, iets dat met de hand wordt gedaan, bewerkt nl.
a. eigenaardig handgebaar vooral bij een beroep : een zekerder tekenaars,
b. handklavier. Tgst. pedaal.