Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

mandarijn

betekenis & definitie

(manda'rijn) m. (-en; -tje) [Hindostani]

1. Eig. hoge Chinese staatsambtenaar : de -en gaan in gele zijde gekleed.
2. Metf. [wegens de kleur?] geurige op de sinaasappel gelijkende, doch kleinere vrucht van een uit Cochinchina of China afkomstige plant met lancetvormige bladeren en ongevleugelde stelen.
3. Metn. [van 2] die plant (Citrus nobilis).

< >