(mag'ne:tis) bn. en bw.
1. de aantrekkingskracht van een magneet hebbend: deze naald is -.
2. van, betrekking hebbend op, in verband met, veroorzaakt door het magnetisme: de -e polen van een magneetnaald zijn door de -e as verbonden ; -e aantrekkingskracht, eigenschap; een veld; een -e slinger; een -e storing; het noorden; -e aantrekking, afstoting.
3. door dierlijk magnetisme veroorzaakt: -e slaap.
4. sterk aantrekkend: een -e kracht gaat van hem uit.