Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

maart (maand)

betekenis & definitie

(ma:rt) m. (-en) [aan Mars gewijde maand] derde maand van het jaar: heeft 31 dagen; een droge - of stof in is goud waard; een droge - en een natte april is de boeren naar hun wil; een droge is goud waard, een natte mei geeft boter in de wei; roert zijn staart of heeft knepen in zijn staart, in maart is het gewoonlijk onstuimig en buiig weer. Syn. guldenmaand, lentemaand.

< >