(‘lu:kas)
I. (H.) geneesheer te Antiochië, vriend van de H. apostel Paulus, die hij op zijn reizen vergezelde; schreef een Evangelie en de Handelingen der Apostelen; zijn attribuut is een rund als offerdier [zijn evangelie begint met het offerverhaal van de priester Zacharias]; hij is de patroon der geneesheren en der schilders, vandaar : de broeders van St. -, het schildersgild. Feest : 18 okt. → secundum Lucam.
II. (Englebert) Nederlands zeekapitein, ° 1747 te Schiedam, moest tijdens de Bataafse Republiek 1796 in de Saldanha Baai zijn eskader aan de Engelsen overleveren, ✝ 21 juni 1797 te Schiedam.