koning van Holland 1806-1810, ° 2 sept. 1778 te Ajaccio, broeder van Napoleon I, die hij naar Italië en Egypte vergezelde, moest met Hortense de Beauharnais huwen en werd 5 juni 1806 tot koning van Holland benoemd.
Eenvoudig, aangenaam van vormen, goedhartig en welwillend, trachtte hij voor de Hollanders een Hollandse koning te worden, studeerde Nederlands met Bilderdijk als leermeester en zocht kunsten en wetenschappen alsmede de zeehandel, tegen het kontinentaal stelsel van zijn broeder in, te bevorderen. Van zijn gebreken waren zijn verkwisting en zijn wispelturigheid nadelig voor het land. Gedurende zijn verblijf te Parijs in de winter van 1809-1810, werd hij grievend beledigd en genoodzaakt geheel het zuiden van het land tot aan de Waal af te staan. Naar Nederland teruggekeerd deed hij 1 juli 1810 afstand van de troon, leefde voortaan in Oostenrijk en Italië als Comte de St.-Leu en † 25 Juli 1846 te Livorno. Zijn jongste zoon is Napoleon III.