m. (-s)
I. Eig. vleugel, werktuig om te vliegen, aan de linkerzijde.
II. Metf.
1. vleugel, uitstekend gedeelte aan de linkerzijde van een gebouw, een leger enz.
2. vleugel, uiterste gedeelte van een troepenmacht enz.: de van het leger; de van een politieke partij.