Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

linkerhand

betekenis & definitie

v. (-en) hand aan de linkerzijde: met zijn hoed in de -. Gez. aan de of ter -, aan de linkerzijde, links; ekskuseer mijn -, gezegd wanneer men iets met deze hand aangeeft; laat uw niet weten wat uw rechter doet [Matth.

VI 3], geef aalmoezen zo onopgemerkt mogelijk; met de huwen, met een vrouw van lagere stand; met twee -en, onbeholpen. ➝ huwelijk, zegening.

< >