A. v. (-en; -tje) [Lat. lyra]
I. Eig.
1. Oudh. harp achtig snaarinstrument: de is een attribuut van Apolloon en het zinnebeeld der lyrische poëzie; de tokkelen, dichten; de aan de wilgen hangen [Ps. CXXXVI 2], de dichtkunst vaarwelzeggen.
2. M. E. muziekinstrument met snaren die in trilling worden gebracht door een rad, dat de speler met een kruk ronddraait: op zijn spelen; de draaien; zingen als een -, luid en lustig.
II. Metf.
1. Lier sterrenbeeld.
2. a. draagbaar draaiorgel: liereman; het gaat als een -, zonder haperen,
b. horizontaal geplaatste windas om goederen in en uit een schip te hijsen: een verplaatsbare, elektrische -; stoom-.
B. m. (-en) [msch. ~ sliert] lork, meestal in uitdr.: branden als een -, flink; een lange -, een lang dun persoon.