(libə'ra:l) [Fr. < Lat. liberalis]
I. bn. en bw. (...raler, -st)
1. mild, royaal, vrijgevig : in woord en daad.
2. onbekrompen, onbevooroordeeld : een ...rale opvoeding.
3. vrijzinnig ; de ...rale dagbladen; denken.
4. niet streng, vrijzinnig in godsdienstzaken : een ...rale dominee.
5. van, betreffende het → liberalisme : de ...rale partij.
II. m. (...ralen)
1. Algm. liberaal mens.
2. Inz. aanhanger van het → liberalisme.