Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

leper

betekenis & definitie

('i:pər) [iep?] stad in Westvlaanderen 1561 ha, 16.073 inw. Diamantnijverheid, textielnijverheid.

In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) platgeschoten met zijn prachtige gotische gebouwen o. a. de St.-Martinuskerk (XIIIde eeuw) en de Hallen (1304). Bisschopsstad van Jansenius. → dood.

< >