(‘le:li) v. (...liën, -s; -tje) [Lat. lilia]
I. Eig.
1. mooie witte bloem van een reeds in de oudheid uit Azië en Zuidoost-Europa ingevoerde plant met
bebladerde stengel (Lilium candidum) : de is het zinnebeeld van blankheid, reinheid, maagdelijkheid en onschuld; ...liën en rozen op haar wangen, wit en rood.
2. Uitbr.
a. gele oranje lelie.
b. geslacht van planten waartoe de (witte) lelie de goudlelie, de oranjeelelie, de tijgerlelie, de Turkselelie behoren (Lilium).
II. Metf. Wapenk. gestileerde (witte)lelie met drie bladeren : de leliën in het wapen der koningen van Frankrijk. III. leliën Mefn. Frans wapenschild met drie gouden leliën der Bourbons, zinnebeeld van het Franse koningschap : aanhangers der leliën; de leliën spinnen niet, de Franse kroon gaat niet over op een dochter.
