Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Langobarden

betekenis & definitie

(lango'bardən) mv. [msch. die met lange hellebaarden] Germaans volk in de middeleeuwen.

Geschiedenis. De Langobarden woonden aanvankelijk aan de Beneden-Elbe, in de VIde eeuw in Pannonië (Hongarije), veroverden onder koning Alboïn (561-572) Opper-Italië (Lombardije) en Midden-Italië, behalve Ravenna, Rome enz. ; bedreigden onder Liutprand (712-744), Aistolf (748-756) en Desiderius (756-774) Rome, wat tot de tussenkomst van Pepijn de Jonge (754 en 756) en de vernieling van hun rijk door Karel de Grote (774) leidde.

< >