Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Laelius

betekenis & definitie

('le:lius) Romeinen:

1. * 235 v. K.; vriend van Scipio Africanus de Oude, ✝ omstr. 165.
2. (Caius Laelius) * 185 v.K. zoon van (1), vriend van Scipio Africanus de Jonge, ✝ omstr. 115 v. K.; vermeld in een paar van Cicero’s dialogen o.a.in De Amicitia, die naar hem ook Laelius heet.

< >