Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Kuyper

betekenis & definitie

('kuipər) (Abraham) Nederlands staatsman en godgeleerde, ° 29 Okt. 1837 te Maassluis, stichtte 1880 de kristelijke vrije universiteit te Amsterdam, 1886 leider der antirevolutionairen, 1901-1905 minister van Binnenlandse Zaken en minister-president, ✝ 8 nov. 1920 in Den Haag; schreef Om de Oude Wereldzee (1907), parlementaire Redevoeringen (3 dln, 1912). Door zijn buitengewone gaven als organizator, redenaar en schrijver heeft hij op de Nederlandse politiek en beschaving een sterke invloed uitgeoefend.

< >