Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kus

betekenis & definitie

m. (-sen; -je) druk van de mond op wang, mond. hand enz. als uiting van liefde, verering enz. : een geven, krijgen, nemen, stelen; een op iemands mond; iemand een geven dat het klapt; judas-; een -je zonder baard, een eitje zonder zout, in plagende scherts tegen een man zonder baard gezegd; iemand een toewerpen, zijn eigen hand kussen en die naar iemand toe bewegen. Syn. zoen.

< >