(koel'toer) m. [Dui. kultuurstrijd, naar Virchow] strijd in Duitsland sinds 1872, vooral van de Pruisische regering (Bismarck), die de Katolieke Kerk aan haar macht wilde onderwerpen. Geschiedenis. Het Centrum met von Ketteler, von Savgny, Windthorst, Mallinckrodt, Reichensperger, Schorlemer-Alst, Franckenstein, trad tegen Bismarck op, terwijl alle andere partijen hem steunden. In 1872 moesten de jezuïeten, 1873 „de verwante kloostergemeenten” Duitsland verlaten; de Pruisische gezant bij de H.
Stoel werd teruggeroepen en het toezicht op de scholen aan de geestelijkheid onttrokken. Falk diende 1873 de Meiwetten in, ten gevolge waarvan negen bisschoppen en honderden priesters gevangenschap of ballingschap moesten verduren en meer dan 1000 parochies van geestelijke zorg werden beroofd. Daarentegen ondersteunde de regering de Oud-Katolieken. die de onfeilbaarheid van de paus weigerden aan te nemen. In 1878 kwam er een kentering, onderhandelingen werden aangeknoopt met paus Leo XIII, Falk kreeg zijn ontslag, de hatelijkste wetten werden afgeschaft (door bemiddeling o. a. van Kopp), de verbannen bisschoppen en priesters keerden grotendeels terug. Het Pruisisch gezantschap bij het Vatikaan werd 1881 hersteld, in de Karolinen-kwestie 1885 en het Septennaat 1887 vroeg en verkreeg Btsmarck de tussenkomst van de paus. In 1904 werd de jezuïetenwet gedeeltelijk opgeheven.