('krans) v. (-en)
I. Eig.
1. platte band in de kroonlijst, om de regen buiten het gebouw te doen vallen.
2. Uitbr. gootlijst.
II. Metf. kroonlijst aan een kast.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
('krans) v. (-en)
I. Eig.
1. platte band in de kroonlijst, om de regen buiten het gebouw te doen vallen.
2. Uitbr. gootlijst.
II. Metf. kroonlijst aan een kast.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: