Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kranig

betekenis & definitie

(‘kra:nəch) bn. en bw. (-er, -st) (→ kraan II) flink, ferm : een -e vent, student, onderofficier ; een uiterlijk, spel, opstel, stukje; een paard; een -e pas; de -ste tak van dienst; het -e van zijn taal; een hoofddeksel; zich houden; dat staat -. Syn. → dapper.

< >