Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Kortrijk

betekenis & definitie

('kort) [Kelt. persn. + rijk, eigendom] stad in Westvlaanderen 2115 ha, 41.464 inw. Textielnijverheid, aardewerkfabrikage, chemische nijverheid, metaalindustrie, papierindustrie, boekindustrie.

Drie gotische monumenten : O.-L.-Vrouwekerk (1211), St.-Martinuskerk (XVIde eeuw), Stadhuis (1519). Op het Groeninger Veld monument van de →: Guldensporenslag. Geboorteplaats van Palfijn.

< >