v. (-s) [Lat. correctio]
I. Eig.
1. Algm. verbetering: de van drukproeven.
2. Inz. korrektie aan te brengen, na aflezing van de aanduiding van een instrument dat enig defekt heeft.
II. Metn.
1. straf tot korrektie.
2. stijlfiguur die daarin bestaat dat men zichzelf verbetert: „toen ik hem ontmoette, neen, toen ik tegen hem aanliep” is een -.
Syn. zelfverbetering.