v.
I. Eig. het contumax zijn nl.
1. Algm. weerspannigheid aan de wet.
2. Inz. niet-verschijning op een dagvaarding: iemand bij - of bij verstek veroordelen.
II. Metn. [daad van kontumatie I 1] het in observatie houden van een of meer personen, bij het heersen van een besmettelijke ziekte.