v. (-s) [Lat. consecrare d. i.]
I. Eig. het heilig maken, wijden nl.
1. een kerk.
2. een bisschop.
3. brood en wijn waarbij
a. Kat. zij in het lichaam en bloed van Kristus veranderd worden,
b. Prot. zij o. a. zinnebeelden worden van Kristus’ lichaam en bloed.
II. Metn. deel van de mis of de protestantse dienst waar de konsecratie plaats heeft.