v. (...tiën, -s) [Lat. congregatio < cum + grex, kudde]
I. Eig, vereniging nl.
1. vereniging van kloosterlingen die slechts eenvoudige geloften afleggen.
Tgst. orde.
2. godsdienstige vereniging van leken inz. ter ere van de H. Maagd Maria: de der jongeheren.
3. groep van door de paus benoemde kardinalen, die met bepaalde kerkelijke aangelegenheden belast zijn: de der Riten.
II. Metn. vergadering van een kongregatie: naar de gaan; er is vanavond -.