(kom’mu:ni) v. (...niën, -s)
I. Eig. het ontvangen der H. Eucharistie : te gaan; zijn (eerste) doen, voor de eerste maal te kommunie gaan; geestelijke -, het H. Sakrament niet wezenlijk ontvangen, maar de begeerte hebben om dit te doen.
II. Metn.
1. Kommunie, H. Hostie : de H.ontvangen.
2. ogenblik in de mis, waarop de priester de H. Hostie nuttigt : kommuniceren na de van de priester.
3. misgebed door de priester, na de nuttiging van het H. Bloed gelezen, of ook gezongen door het koor.