(ko'mi:siən) mv. [Lat. comitia] vergaderingen van het Romeinse volk.
Enc. Men onderscheidt:
1. comitia curiata, de oudste, waar alleen de patriciërs, in 30 curiae verdeeld, familieaangelegenheden regelden.
2. comitia centuriata, van geheel het volk, in 193, later 373 centuriën verdeeld ; verkozen de voornaamste magistraten en hadden de rechtspraak in halszaken.
3. comitia tributa. waarin ieder der 60 distrikten [Lat. tribus] slechts één stem had, maar binnen het distrikt hoofdelijk werd gestemd; verkozen de lagere ambtenaren en hadden de hoogste uitspraak in zake geldboeten.