(kol'ko:s) v. (-en) [afk. van Rus. kol(lektivnoje) kohz(aïstvo)] in de U.S.S.R., kollektief land bouwbedrijf, waar alle aangesloten boeren in loondienst werken. Tgst. sovkhoz.
Enc. De grond, die staatseigendom is, wordt voor een onbepaalde tijd aan de kolkhoz in gebruik gegeven. De kolkhozboeren bebouwen de grond en krijgen daarvoor arbeidsloon, de opbrengst van hun eigen bedrijf, en een premie, indien de produktie het plancijfer overschrijdt. Als eigen bedrijf wordt hun toegestaan (maximum); ½-1 ha bouwland, een woning met moestuin, 1 koe, 2 kalveren, 2 zeugen met biggen, 10 schapen en/of geiten, 20 bijenkorven, alsmede kippen en konijnen naar verkiezing. De produktiepremie bestond 1949 op de Stalin-kolkhoz bij Gorki, per hoofd uit : 9,5 kg graan, ½ liter wijn, 14 roebel. Eén machinetraktorstation per 20/40 kolkhozen, biedt hulp bij het landbouwwerk.
Het verschaft landbouwmachines, traktoren, vrachtauto’s en beschikt over een technische staf. Naar het schijnt is ruim 2/3 van de boerenbevolking in de U.S.S.R. in kolkhozen opgenomen.