(kliënt) m. (-en) [Lat. diens < Gr. klinein, steunen]
I. Eig. hij die op een andere steunt nl.
1. Oudh. halfvrije in Oud-Rome die onder de bescherming stond van een patriciër.
2. Tgw.
a. hij die zijn zaak in handen van een advokaat stelt.
b. klant.
II. Metf. beschermeling.