('kimbrən en teu'to:nən) mv. (enk. Kimber.
Teutoon) (spr. 'to:n) Germaanse stammen, drongen van hun land aan de Noordzee [vandaar later Kimbrisch Schiereiland — Jutland] tot in de Oostalpen door, versloegen de Romeinen 113 v.K bij Noreia (Neumarkt) in Stiermarken, 105 bij Arausio (Orange) in Zuid-Gallië; trokken naar Spanje, maar werden door de Keltiberiërs naar Gallië teruggedreven. De Kimbren werden 102 v. K. bij Aquae Sextae (Aix-en-Provence), de Teutonen 101 v. K. bij Vercellae, door Marius verslagen.