Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Keessel

betekenis & definitie

('ke:ssəl) (Dionysius Godefridus van der ) Nederlands rechtsgeleerde. ° 22 sept. 1738 te Deventer, hoogleraar te Groningen en te Leiden, ✝ 7 aug. 1816; schreef beroemde aantekeningen over het Nederlandse recht, op de Inleiding van de Groot, en ter aanvulling van deze.

< >