Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Ingenhousz

betekenis & definitie

('ingenhous) (Jan) Nederlands natuur- en geneeskundige, ° 8 dec. 1730 te Breda, werd naar Wenen ontboden om de kinderen van Maria Teresia in te enten en deed veel andere vorstelijke personen die kunstbewerking ondergaan, ✝ 7 sept. 1799 in Engeland. Hij vond een nieuwe eudiometer en het „bakje van Ingenhousz” uit, en bezigde platte glasschijven in plaats van rolronde voor de elektrizeermachine.

Enc. Het bakje van Ingenhousz dient om aan te tonen dat niet alle stoffen de warmte evengoed geleiden. Het bestaat uit een bak door de wand waarvan houten, glazen, ijzeren, koperen enz. staafjes zijn gestoken die met was worden bestreken. Giet men nu heet water in de bak, dan ziet men dat het was op verschillende tijden begint te smelten, naargelang de stof waaruit het staafje bestaat.

< >