Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

harnas

betekenis & definitie

('harnas) o. (-sen; -je) [Fr.]

1. Eig. in de middeleeuwen, metalen lichaamsbekleding van een krijgsman: in het geklemd. Gez. het aangespen, aangorden, aantrekken, zich gereedmaken tot de strijd; iemand in het jagen, hem boos maken; voor iemand het aantrekken, hem verdedigen; (zich) voor of om iets het niet of geen (willen) aantrekken, zich over een zaak niet druk, warm (willen) maken. Syn. kuras, maliënhemd, maliënkolder, pantser.
2. Metf. pantser van een oorlogsschip.

< >