bn.
1. Algm. verl. deelw. van krullen.
2. Inz. met krullen: haar; een -e staart; -e bladeren. ➝ haar.
Syn. kroes. Tgst. sluik.
Gepubliceerd op 30-06-2020
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: