v. (-s) [Lat. declinatio]
I. Eig.
1. Algm. afwijking.
2. Natk. afwijking der horizontale magneetnaald, van het meridiaanvlak, uitgedrukt door een bepaalde hoek: de bedraagt bij ons 15° W.L.
Tgst. inklinatie.
II. Metn. Sterrenk. afstand van een hemellichaam tot de hemelekwator.
III. Metf. [afwijking van de nominatiefvorm] Taalk. verbuiging.