Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

cyclus

betekenis & definitie

(‘si:klus) m. (-sen) [Lat. <Gr. kuklos]

I. Fig,
1. Algm. kring.
2. Inz. tijdkring.

II. Metn, [van I 2] tijdsverloop waarna dezelfde hemelverschijnselen zich weer voordoen. III. Metf. reeks van sagen, volksoverleveringen enz. om één zelfde gebeurtenis als middelpunt verdicht.

< >